skip to main content
Menu

onze gestructureerde manier om kinderarbeid in Ghana + Côte d’Ivoire tegen te gaan

Kinderarbeid blijft een relevant probleem in de cacaoketen, vanwege extreme armoede en het niet bewust zijn van dit probleem. Kinderen die hun ouders helpen op de plantage is niet illegaal, maar de betrokkenheid bij gevaarlijke taken, evengoed als de lange werktijden, zijn dat wel. Daarnaast zijn er ook gevallen bekend waarbij kinderen gedwongen worden om ver weg van hun familie te werken, en niet de optie krijgen om te stoppen. Kinderarbeid komt veel vaker voor dan dwangarbeid, en komt voor in verschillende mate van ernst, zoals door de International Labor Organization (ILO) gedefinieerd.

Om kinderarbeid te laten dalen, maken we gebruik van een op rechten gebaseerde benadering. Dit houdt in dat we de waardigheid van elk kind dat wordt gevonden in kinderarbeid beschermen.

Dit doen we door middel van het Child Labor Monitoring and Remediation System (CLMRS) toe te passen. Dit systeem is ontwikkeld door ILO en aangepast voor de cacao-industrie door het International Cocoa Initiative (ICI) + Nestlé. 



CLMRS helpt de coöperaties waar we mee samenwerken om gevallen van kinderarbeid te identificeren, alternatieve oplossingen te bieden en het gebruik van kinderarbeid te voorkomen door er aandacht voor te vragen. De coöperaties, met hulp van ICI en Tony’s, rollen dit systeem uit bij al hun leden, waarmee we proberen de hele gemeenschap van de boeren waar we mee werken te bereiken.

Alle boerderijen waar we inkopen worden gecontroleerd door het CLMRS. Zo werkt dit systeem in de praktijk:

coördinator selectie:  

Gemotiveerde leden van de gemeenschap worden geworven als gemeenschapscoördinatoren. Deze teams hebben een goede balans in geslacht en leeftijd.

huishoudens bezoeken:

Gemeenschapscoördinatoren bezoeken jaarlijks huishoudens om in een veilige omgeving gesprekken te voeren over wat voor taken kinderen wel en niet mogen doen, en waarom. Er wordt een vragenlijst ingevuld, waarvan de informatie wordt bijgehouden. Naast deze jaarlijkse bezoeken, doen de coördinatoren ook onaangekondigde controles op de plantages als extra check.

kinderarbeid identificeren: 

95% van de gevallen van kinderarbeid worden geïdentificeerd door gesprekken met kinderen + hun families. Als kinderarbeid wordt geconstateerd, gaat de gemeenschapscoördinatoren direct het gesprek aan met het huishouden om de stappen van aanpak te bespreken. Ook ontvangt het gezin gerichte steun om meer bewustzijn te creëren. De informatie wordt opgeslagen (zie stap 2) en gevalideerd door de Monitoring and Remediation Agent bij de partnercoöperatie, die verantwoordelijk is voor de toepassing van de CLMR.

individuele oplossingen: 

Herstelmaatregelen vinden plaats op het niveau van de coöperatie. Hiertoe behoort onder andere ziektekostenverzekeringen en geboorteaktes (zie hieronder).

opvolging en afsluiten: 

Om de effectiviteit van de toegepaste herstelmaatregelen te testen, volgen er minimaal 2 bezoeken door de gemeenschapscoördinator: 3 en 6 maanden na de identificatie. Als het kind niet meer werkt tijdens beide bezoeken, worden ze niet meer beschouwd als arbeider. Het huishouden blijft jaarlijks bezoeken ontvangen.

Ieder kind waarvan ontdekt wordt dat het betrokken is bij kinderarbeid ontvangt direct hulp gericht op ze permanent uit kinderarbeid te krijgen. Het adresseren van kinderarbeid vereist een benadering waarbij rekening wordt gehouden met de behoeftes van de individuen, huishoudens en de hele gemeenschap.

Voor individuele kinderen..

..de steun is gericht op hen weer naar school krijgen. Hieronder valt het regelen van geboorteaktes die nodig zijn voor het inschrijven op school, leveren van schoolbenodigdheden (schriften, uniformen, schoenen etc.) en fietsen waarmee de kinderen naar school kunnen gaan. Oudere kinderen kunnen meedoen aan beroepsmatige trainingsprogramma’s, waarmee ze een handelsgericht beroep kunnen kiezen en worden geholpen met de uitvoering. Ze ontvangen een training, financiële steun, de benodigde spullen voor hun gekozen beroep en krijgen lessen geletterdheid + reken.

Voor huishoudens.. 


.. houdt de steun in dat gezinnen voorzien worden van gereedschap zoals kruiwagens en Pelle Bongos, wat een veilige tool is om cacaovruchten te openen. Dit gereedschap zorgt ervoor dat oudere kinderen kunnen helpen op de plantage, zonder dat ze zware of gevaarlijke voorwerpen hoeven te gebruiken. Gezinnen waar meerdere kinderen betrokken zijn bij kinderarbeid kunnen steun ontvangen om op alternatieve manieren inkomen te verkrijgen, zodat ze in staat zijn betaalde krachten in te huren voor hun cacaoplantage in plaats van hun kinderen hiervoor in te zetten.

Voor gemeenschappen..

.. de focus ligt op het verbeteren van infrastructuur, zodat we een gunstige omgeving creëren voor de kinderen. Hiertoe behoort zorgen voor voldoende toegankelijke scholen, waterbronnen en gezondheidszorg. 

Onze manier om kinderarbeid aan te pakken ligt bij de kernoorzaak: armoede. Hoe? Door cacao verantwoord in te kopen volgens onze 5 samenwerkingsprincipes. Onderdeel hiervan is het betalen van een hogere prijs op de lange termijn en investeren in de ontwikkeling van een ondersteunende omgeving binnen de cacaogemeenschappen. Omstandigheden zijn hierbij cruciaal. Cacaoboeren mogen dan wel een leefbaar inkomen kunnen verdienen, sommige van hen wonen in gebieden waar basisvoorzieningen niet aanwezig zijn, zoals scholen.

Tony’s CLMRS in actie

Sinds het toepassen in 2017, hebben 18.747 huishoudens meegedaan in het CLMRS. We hebben ook 259.840 sessies gehouden waarbij we aandacht vragen voor kinderarbeid, waarvan 110.183 sessies in 2022/2023. In 2022/2023 hebben we 1.072 gevallen van kinderarbeid gevonden in onze productieketen, van de 31.358 kinderen in de cacaogemeenschappen waar Tony’s en onze missiepartners onderdeel van zijn. Samen met de gevallen waar we nog aan werken van vorige seizoenen, resulteert dit in een percentage kinderarbeid van 10,5%, ver onder het gemiddelde in de industrie. Bij onze langetermijn partnercoöperaties ligt dit zelfs veel lager, namelijk 4.4%.De respectievelijke coöperaties ontwikkelen plannen om ervoor te zorgen dat ook deze gevallen opgevolgd worden. Het herstelproces zou echter sneller op gang moeten komen; het moet voor een coöperatie mogelijk zijn om direct na het vinden van een geval te beginnen. Dit is een van de redenen waarom we er op aandringen dat coöperaties ook het CLMRS overnemen.